Werkhouding in de lagere school

Als leerkrachten omcirkelen wij in de opdracht vaak een woord dat de kinderen over het hoofd gezien hebben. Daardoor maken ze meer fouten dan nodig is. Dat soort woorden/fouten noemen wij 'addertjes'. We proberen op deze manier om kinderen te verplichten om hun vragen nauwkeuriger te lezen.

Programma

Het programma uit het boek 'Lees eerst de vraag' beschrijft wat wij als leerkrachten kunnen doen om de leerlingen er toe aan te zetten de opdracht nauwkeurig te lezen voor ze aan de oplossing willen komen. Het programma bestaat uit 3 niveaus : 1ste, 2de en 3de graad lager onderwijs. Het is speels opgevat en bestaat uit niet-schoolse oefeningen. Het is natuurlijk wel noodzakelijk om de methode ook toe te passen in de klas met schoolse oefeningen. Alleen dan is transfer mogelijk.

Doelstellingen

De deelnemers:

• leren een onderscheid te maken tussen een echte kennisfout en een fout met een addertje;
• kunnen ook duidelijke vragen stellen om precies dat doel te beogen;
• kunnen op een speelse manier de leerlingen tijdens de schooluren leren om nauwkeuriger hun vragen te lezen;
• kunnen de leerlingen op een goede manier leren discussiëren door de kans die ze krijgen om hun mening te verantwoorden.

Doelgroep

Leerkrachten en zorgleerkrachten lager onderwijs, ook BuLo, met uitzondering van verstandelijke beperkingen.

Begeleiding

Kaat Timmerman is zelfstandig pedagoge: onderzoek en begeleiding van kinderen en jongeren met leerproblemen. Ze is ook auteur van o.a. het boek 'lees eerst de vraag'.

Praktisch

Beperkt aantal deelnemers.
Drank en syllabus inbegrepen.