Effectieve didactiek in de les aanvankelijk rekenen (1ste graad lager onderwijs)
In deze nascholing bekijk je hoe recente wetenschappelijke inzichten op het vlak van didactiek gebruikt kunnen worden in de lessen aanvankelijk rekenen in het eerste en tweede leerjaar van de lagere school. Na een korte situering van de evolutie van de wiskundedidactiek in de laatste vijftig jaar, onderzoek je aan de hand van concrete voorbeelden hoe de instructie in de les wiskunde effectiever en krachtiger kan worden gemaakt. Hoe kan je bijvoorbeeld voorkennis beter activeren, voorbeelden gebruiken als kennisbasis, leerstof actief laten verwerven en leerlingen ondersteunen bij het oplossen van wiskundeproblemen?
Programma
Het volledige programma bestaat uit een algemeen inleidend deel en drie specifieke modules over effectief aanvankelijk rekenonderwijs in de lagere school. In elke module wordt een afwisseling voorzien van werkvormen en wordt de basis van effectieve didactiek ingepast.
In het inleidende deel wordt de evolutie van het wiskundeonderwijs van de laatste vijftig jaar geschetst. In die laatste vijftig jaar hebben verschillende uiteenlopende stromingen de wiskundedidactiek in onze klassen bepaald. We gingen van materialistisch rekenonderwijs naar moderne wiskunde en vervolgens naar realistisch rekenen. De laatste jaren zien we gelukkig dat wetenschappelijk onderzoek meer en meer richting geeft aan de realisatie van kwalitatief onderwijs. De cognitieve psychologie en de vele lerareneffectiviteitsstudies geven steeds duidelijker aan hoe leerlingen (wiskunde) leren, en hoe we als leerkracht daar in onze didactiek efficiënt op kunnen inspelen.
In de module voorbereidend en aanvankelijk rekenen behandelen we de verschillende elementen die de basis vormen voor het realiseren van volwaardig getalbegrip op het niveau van het eerste leerjaar. We doen dit aan de hand van het ijsbergmodel dat duidelijk maakt welke vaak onzichtbare kennis en vaardigheid de basis moet vormen tot dit getalbegrip. Het belang van context in dit geheel wordt expliciet toegelicht. We maken een duidelijk onderscheid in de leerprocessen tussen het verwerven van getalbegrip en het automatiseren van basissommen. We bespreken een aantal elementen die de les wiskunde in deze fase effectiever kunnen maken: activeren van voorkennis, duidelijke instructie, goede voorbeelden gebruiken, ondersteunende materialen en modellen bij het automatiseren…
In de module “rekenen tot 100” komt het getalbegrip en het rekenen tot 100 aan bod. De keuze van ondersteunend materiaal en het bijhorend model (honderdveld en/of getallenlijn) wordt uitvoerig besproken. In deze module gaan we ook dieper in op de aanpak van eenvoudige rekenproblemen. We gaan weer op zoek naar elementen die de lessen (hoofd)rekenen effectiever maken. Denk bijvoorbeeld aan de rol van de leerkracht als model, aan ondersteuning bij moeilijke opdrachten door het gebruik van een gepast denkschema, aan de juiste combinatie van woord en beeld en aan het inpassen van “retrieval practice” tijdens de les.
In de module “automatiseren” gaan we dieper in op het leerproces om de elementaire rekenvaardigheden te automatiseren. We behandelen leerlijnen voor het automatiseren van basissommen tot 20 en tot 100. Natuurlijk besteden we ook aandacht aan de didactiek voor het automatiseren van de maal- en deeltafels. We bespreken hoe je de leerinhoud optimaal kunt spreiden in de tijd, hoe je voor voldoende afwisseling kunt zorgen tijdens het oefenen en hoe je de leerstof actief kunt laten verwerken.
Doelstellingen
Na het volgen van de nascholing:
- onderscheid je de verschillende stromingen die het wiskundeonderwijs de afgelopen jaren hebben bepaald;
- illustreer je met enkele voorbeelden de bevindingen uit de cognitieve psychologie en lerareneffectiviteitsstudies bij het vormgeven van kwaliteitsvol wiskundeonderwijs;
- beschrijf je de kernelementen bij het leren van getalbegrip en het automatiseren van basissommen;
- integreer je enkele belangrijke basiselementen van effectieve didactiek in de lessen aanvankelijk rekenen.
Doelgroep
(Zorg)leerkrachten uit de 1ste graad van het lager onderwijs