Ik word/ben (een) grote 'IK': een belangrijke stap in de ontwikkeling van peuters en jongste kleuters

Peuters zitten graag op hun troon en dicteren van daaruit hun wereld. Ze hebben hun wensen en dromen. Hoe kan je doorheen de peuterpuberteit en het afpak-gedrag, het ik-wil-niet-gedrag het kwetsbare behoeftige kind blijven zien? Hoe kan je hen zien groeien van afhankelijke wezentjes tot kinderen die met zelfvertrouwen de klaswereld instappen? Jammer genoeg kunnen ze niet op die troon blijven zitten. In een peuterklas krijg je heel vele ‘Ikken’ binnen die doorheen hun peuterpuberteit stampvoetend en tegelijk ook zo klein en kwetsbaar gaan leren om samen te spelen. De jonge kleuter is beperkt in zijn communicatie en processen van socialisering zijn nog maar pas gestart. Hij komt in deze periode meer en meer tot het besef dat hij op zichzelf bestaat. Het is de kleuter die niet langer zijn eigen naam gebruikt, maar stilaan overstapt naar het woordje ‘IK’. Wat een belangrijke stap in zijn ontwikkeling!

Programma

Peuters zitten volop in hun ik-fase, ze onderzoeken wat ze zelf kunnen en zelf willen. Hoe kan je peuters en jongste kleuters plezier laten beleven aan de ontdekkingstocht van dingen zelf doen?
Je leert concreet hoe een veilige, hechte plek peuters de kans kan geven tot exploreren en experimenteren. We hebben het dan niet alleen over de vaardigheden om doe-dingen zelfstandiger aan te pakken maar even goed over vaardigheden die hun emotionele en sociale welzijn versterken. Er is in deze nascholing veel tijd om uit te wisselen over het specifieke van werken met de jongste kleuters. De vele videofragmenten die het leven in een peuterklas weergeven, brengen de aanpak op een levendige en visuele manier in beeld.

Doelstellingen

Na het volgen van de nascholing

• weet je hoe zelfvertrouwen tot stand komt vanuit het kader van de sociale en emotionele ontwikkeling;
• besef je hoe de vroegkinderlijke hechting een invloed heeft op zelfstandigheid;
• benoem je het onderscheid tussen co-regulatie en regulatie van gevoelens;
• breng je rust door in te zetten op motorische activiteiten;
• herinner je je hoe andere collega’s peuters weten te boeien met activiteiten die heel dichtbij het dagelijkse leven aansluiten om zo de overgang van thuis naar school te vergemakkelijken;
• herken je de verschillende spelschema’s die peuters vertonen en kan je hen stimuleren in spel zodat ze nieuwe vaardigheden ontwikkelen.

Doelgroep

(Zorg)leerkrachten van peuters en eerste kleuterklas, zorgbegeleiders, leerondersteuners, CLB-medewerkers

Goed om te weten

KLE/052