Elke leraar herkent dit vast wel: leerlingen weten niet meer waar je het vorige week over had, vergeten steeds die bepaalde spellingsregels, kunnen plots geen Franse regelmatige werkwoorden meer vervoegen of lijken nooit te hebben geleerd hoe je breuken optelt. Frustrerend, zeker omdat je dit in de klas wel grondig bestudeerde, en ze die leerstof nodig hebben om op verder te kunnen bouwen. Honderd jaar cognitief wetenschappelijk onderzoek leverde een schat aan informatie op over hoe het leren écht werkt. Een aantal van die effectieve en efficiënte leerstrategieën kunnen immers het leerrendement van leerlingen aanzienlijk verhogen. Deze ‘wetenschap van het leren' is eveneens vertaald naar instructiemethoden voor de leraar. Ze zijn breed inzetbaar en onmiddellijk toepasbaar, over de verschillende leerjaren en niveaus heen. We maken kennis met de wetenschap van het leren, gaan dieper in op onze cognitieve architectuur (hoe werkt ons brein) en bespreken vervolgens 6 empirisch onderbouwde leerstrategieën en hoe ze kunnen gebruikt worden in de klaspraktijk Doorheen de presentatie wordt de transfer gemaakt van leerstrategieën met veel impact naar praktische aanpakken voor de leraar: hoe kunnen we als leraren met eenvoudige en makkelijk toepasbare technieken zorgen dat onze leerlingen begrippen, procedures en vakgebonden vaardigheden beter aanleren én langer onthouden? Aan de hand van talrijke voorbeelden uit het eerste tot zesde jaar s.o., belichten we deze evidence-informed instructiestrategieën, die de hoekstenen kunnen vormen voor duurzaam onderwijs. Deze sessie is een herhaling van sessie 2.01 in ronde 2 Doelgroep: iedereen
|