AI en taaltechnologie: hoe ga je er effectief mee om in je taalles?

Artificiële Intelligentie is niet meer weg te denken uit ons leven en sinds kort uit ons onderwijs. Willens nillens drukken tools zoals ChatGPT ons op de feiten. Maar hoe werkt een GPT-tool? Hoe kan jij het inzetten als leraar? Wat is gewenst gebruik en hoe maak je afspraken met je leerlingen rond evaluaties en ongewenst gebruik? In deze nascholing ontdek je samen met collega’s de mogelijkheden, beperkingen en toekomst van deze AI-technologie.

In de namiddag exploreer je de mogelijkheden en beperkingen van AI en taalalgoritmes specifiek gericht op het taalonderwijs. Omdat taaltechnologie meer is dan enkel ChatGPT, duik je in de wereld van sentimentsanalyse, formatieve feedback en transcriptie van audio ... Tijdens deze sessie leer je ook hoe je een “eigen GPT-model” kan ontwerpen. Dit alles in een (kritisch) samenspel tussen leerling en computermodellen!

Programma

In deze sessie krijg je eerst een inleiding in Artificiële Intelligentie als onderzoeksveld en duik je meer bepaald in de wereld van GPT-technologie (ChatGPT, Microsoft CoPilot, Google Gemini …). Je staat stil bij ongewenst gebruik, plagiaat en de beperkingen van dit soort tools. Je bekijkt daarnaast ook de mogelijkheden, want bij doordacht gewenst gebruik kan deze technologie een meerwaarde betekenen voor jou als leraar en voor je leerlingen. Je leert over vuistregels en valkuilen, hoe je een prompt kan opstellen en je krijgt een kader met ruimte voor wat mag en wat niet mag.

Vervolgens verdiep je je in de mogelijkheden van taalalgoritmes en artificiële intelligentie binnen het taalonderwijs met de nieuwe minimumdoelen als leidraad. Aan de hand van diverse praktijkvoorbeelden en kant-en-klaar-lesmateriaal krijg je methodieken aangereikt rond formatieve feedback bij het schrijven, transscriptie van podcasts … Zo ervaar je de kansen en gebreken van taaltechnologie met als doel dit zo gericht en effectief mogelijk in te zetten in je taalles.

Doelstellingen

Na deze nascholing kan je:

• in eigen woorden een AI-voorbeeld uit het dagelijks leven duiden;
• de werking van een GPT-model duiden;
• een praktijkvoorbeeld geven van hoe je AI in de klas brengt;
• duiden wat het probleem is met de gekende (plagiaat)detectie en nieuwe GPT-technologie;
• een praktijkvoorbeeld geven van gewenst gebruik van de technologie;
• via een structuur werken aan betere verwerking van input en output voor docenten en studenten;
• de eerste stappen zetten naar het formuleren van een afsprakenkader binnen de vakgroep/school.
• een AI-model aanwenden om een audio-fragment (podcast bijvoorbeeld) te transcriberen;
• taalalgoritmes aanwenden om aan sentimentsanalyse te doen;
• een GPT-model gebruiken om formatieve feedback te geven op schrijfopdrachten;
• een “eigen GPT-model” uitwerken en voorzien van eigen pedagogisch materiaal.

Doelgroep

Leerkrachten secundair en hoger onderwijs uit de tweede graad en derde graad. Deze nascholing is specifiek gericht op leerkrachten moderne (vreemde) talen, docenten taalredactie en taaltechnologie en pedagogisch ICT-coördinatoren.

Ben je geen taalleerkracht en op zoek naar een inleidende of brede nascholing over GPT-technologie? Dan verwijzen we je graag door naar de sessie ChatGPT: een (vergiftigd?) geschenk voor leraar en leerling?

Indien je deze cursus volgt, ben je mogelijk ook geïnteresseerd in de microcredential Taaltechnologie van de Universiteit Antwerpen. Wij bevelen dit warm aan. Meer informatie vind je op de website van de Faculteit.  

Mee te brengen door cursist

Eigen (opgeladen) laptop met je meebrengen. Controleer ook of je toegang hebt tot bijvoorbeeld Microsoft CoPilot, Google Gemini of ChatGPT.

Verwachte voorbereiding door deelnemer

Controleer even met de lokale ICT-dienst of je toegang hebt tot Google Workspaces (indien je gebruik wenst te maken van een Google-account van de school). Je moet toegang hebben tot Colab Notebooks. Privé-accounts hebben dit standaard wel. Je krijgt een week voor aanvang van de sessie hier meer informatie over.