Je bent hier:
Dag van het Oudgrieks
Dag van het Oudgrieks
De nieuwe leerplannen Oudgrieks derde graad vermelden een kennismaking met later Oudgrieks, minstens de middeleeuwse (lees: Byzantijnse) periode en een later tijdvak. Wat betekent dit voor onze lespraktijk? Waar kunnen leraren die hiervoor niet altijd opgeleid zijn, terecht voor kwaliteitsvol lesmateriaal? Met heel concrete en uitgewerkte voorbeelden tonen zes sprekers dat de mogelijkheden rijk en haast eindeloos zijn. De nieuwe richtlijnen vormen een unieke mogelijkheid om aan te tonen hoe Grieks een venster op de Balkan en het hedendaagse Europa biedt. Een kans die we met beide handen grijpen en op een feestelijke studiedag in een mooi kader kracht bijzetten.
Programma
09.00 - 09.30 uur
Onthaal
09.30 - 10.15 uur
Meer dan markteconomie! Euroclassica: een project en handboeken voor leraren over heel Europa
In deze lezing worden twee handboeken voorgesteld: Europatrida en European Symbols. Gegroeid binnen Euroclassica, bieden ze 'gesneden brood' voor elke leraar die met later Oudgrieks aan de slag wil.
Prof. Dr. Christian Laes (University of Manchester/Universiteit Antwerpen) doceert geschiedenis van de oudheid en klassieke talen. Als voorzitter van Euroclassica volgt hij de actualiteit van het onderwijs van klassieke talen in Vlaamse en Europese context. In Manchester doceert hij Oudgrieks voor de gevorderde niveaus, inclusief 'Greek Composition'.
10.25 - 11.10 uur
Anna Komnene en Niketas Choniates over de Vlamingen
De lange 12de eeuw (van 1086 tot 1204) is die van de eerste vier kruistochten, met een sterke deelname van kruisvaarders uit het graafschap Vlaanderen en omstreken. De pelgrimstocht van graaf Robrecht I de Fries van Vlaanderen naar Jeruzalem in 1086 en de goede indruk die hij maakt op keizer Alexios I Komnenos van het Oost-Romeinse (of Byzantijnse) rijk, liggen aan de basis van de eerste kruistocht. Zijn deelname wordt beschreven door keizer Alexios' dochter, de allereerste historica van de geschiedenis, Anna Komnene. De deelname van de Vlamingen aan de fatale vierde kruistocht, waarbij de kruisvaarders Constantinopel innemen en plunderen, is van geheel andere orde. Zij leidt tot de verkiezing van graaf Boudewijn IX van Vlaanderen tot keizer van het Latijnse keizerrijk van Constantinopel, in 1204, die wordt beschreven door Niketas Choniates. Het gaat dus om een eeuw van zeer innig contact tussen Vlaanderen en het Byzantijnse rijk in deze tumultueuze twaalfde eeuw.
Prof. Dr. De Boel behaalde zijn kandidaatsdiploma klassieke filologie en wijsbegeerte aan UFSIA en licentie en doctoraat klassieke filologie aan RUG. Hij studeerde ook Nieuwgrieks aan de Universiteit van Athene. Gewoon hoogleraar in de Griekse taal- en letterkunde, en de Vergelijkende Indo-Europese taalkunde, UGent, tot emeritaat in 2020. Onderzoek op het gebied van de Oudgriekse taalkunde en de Byzantijnse en Nieuwgriekse letterkunde.
11.20 - 12.05 uur
'Byzance après Byzance': een curieuze deal tussen patriarch en sultan uit 1539-1541
Omstreeks 1540 eisten radicale moslims dat sultan Süleyman de laatste christelijke kerken in Constantinopel zou sluiten. Als argument voerden ze aan dat Constantinopel zich in 1453 niet vrijwillig had overgegeven, maar “met het zwaard” was veroverd. Daarom hadden christenen volgens de islamitische wet niet het recht eigen kerken te bezitten. De sultan, die de vele christenen in de stad blijkbaar niet voor het hoofd wilden stoten, liet twee inmiddels meer dan honderd jaar oude “deelnemers” aan de inname van Constantinopel oproepen om te getuigen dat de stad zich vrijwillig had overgegeven. Op die manier bleven de christelijke kerken in Constantinopel (voorlopig) gespaard. De geschiedenis wordt verteld in Manuel Malaxos’ Historia politica et patriarchica Constantinopoleos (Bonn 1849) en is ook opgenomen in Martinus Crusius’ bekende Turcograeciae libri octo (Basel 1584). Er wordt tevens bevestigend naar verwezen in een uitspraak van de Osmaanse opperrechter Ebussuûd Efendi. (J. H. Mordtmann, Die Kapitulation von Konstantinopel im Jahre 1453, Byzantinische Zeitschrift 21 (1912), 136).
Prof. Dr. Raymond Detrez is emeritus hoogleraar Oost-Europese geschiedenis en cultuurgeschiedenis en cultuurkunde van het moderne Griekenland aan de Universiteit Gent. Hij doceerde ook geschiedenis van de Balkan aan de KULeuven. Hij deed vooral onderzoek over de geschiedenis van Zuidoost-Europa en publiceerde onder meer De Balkan – een geschiedenis (Antwerpen: Houtekiet 2018) en Byzantijns Europa – een geschiedenis (2020). De jongste tijd gaat zijn belangstelling vooral uit naar de Byzantijnse erfenis het Osmaanse rijk (14de-19de eeuw).
12.05 - 13.30 uur
Lunch
13.30 - 14.15 uur
Nieuw-Oudgrieks van Erasmus tot Francius (1502-1700)
Deze sessie belicht het fenomeen van het Nieuw-Oudgrieks in de vroegmoderne periode, met specifieke aandacht voor de Lage Landen, vanaf Erasmus’ prille pogingen tot het oeuvre van de laatste poeta major Petrus Francius. De sessie onderstreept het universele en tegelijk lokale karakter van Nieuw-Oudgriekse literatuur en haar interacties met haar grotere zus, de Neolatijnse letteren. Na een proeve tot definitie krijg je een overzicht van de Nieuw-Oudgriekse literatuur uit onze contreien en lees je samen twee opmerkelijke specimina, bijvoorbeeld uit de context van het Leuvense Drietalencollege (bv. epitaaf op professor Rutger Rescius), de drukpers van de Plantijn-Moretussen (bv. lofzang op Antwerpen en het stadhuis) of de Leidse universiteit (bv. sterdichter Daniël Heinsius).
Prof. Dr. Raf Van Rooy is docent Neolatijnse literatuur aan de KU Leuven. Aan diezelfde instelling behaalde Van Rooy zijn doctoraat in 2017 met een proefschrift over vroegmoderne ideeën omtrent de Oudgriekse literaire dialecten. Momenteel onderzoekt hij code-switching in de Neolatijnse literatuur (ca. 1400–1550) en de Nieuw-Oudgriekse letterkunde.
14.25 - 15.10 uur
Navelstaarders welkom! Nieuw-Oudgriekse literatuur uit de 20ste en 21ste eeuw
In deze lezing maak je kennis met enkele opmerkelijke voorbeelden van literaire werken (werkjes) die weliswaar in het klassieke Grieks geschreven werden maar pas in de 20ste en 21ste eeuw. Maniërisme in de marge en navelstaarderij van de in-crowd? Jazeker, maar uitingen van originaliteit, humor, hartzeer en een frisse kijk op de antieke voorbeelden liggen óók voor het oprapen. Je krijgt enkele specimina aangereikt die de lectuur van antieke Griekse literatuur in de derde graad kunnen verrijken.
Prof. Dr. Reinhart Ceulemans doceert Griekse en Byzantijnse literatuur aan de KU Leuven. Hij is verantwoordelijk voor www.griekseliteratuur.org, een bibliografisch repertorium van Griekse literatuur in Nederlandse vertaling, en spreekt in scholen en op nascholingsdagen regelmatig over postklassiek Grieks en recente hervertellingen van Griekse literatuur. Hij is een liefhebber en vertaler van Nieuw-Oudgriekse poëzie en proza.
15.20 - 16.05 uur
Griekse taalkwesties uit de 19de/20ste eeuw: katharevousa en dimotiki
Met de onafhankelijkheid van Griekenland in 1830 wordt de enige bestaande kanselarijtaal, die van de orthodoxe kerk die in de loop der eeuwen geleidelijk geëvolueerd - en relatief gemoderniseerd - was uit de oude Koinè, geruisloos de officiële vorm die het Grieks in het nieuwe koninkrijk aanneemt. Deze kanselarijtaal is in haar vormleer en woordenschat heel wat conservatiever dan de gesproken taal, ook die van de gecultiveerde stedelijke kringen.
De in Parijs verblijvende intellectueel Koraïs stelt daarom een compromis voor, met als basis precies deze beschaafde gesproken taal, maar met herstel van de vorm die de woorden hadden in de Koinè, dus bv. met de eind -n van de accusatief, die in de gesproken taal al lang was weggevallen. Deze “opgesmukte” taal wordt later “katharevousa”, letterlijk “zuiverende, puristische (taal)”, genoemd. Daartegen ontstaat, decennia later, een sterke stroming die de schrijftaal wil conformeren aan de beschaafde spreektaal en deze dimotiki of volkstaal tot officiële taal wil maken, wat leidt tot een taalstrijd die pas in 1976 beslecht wordt in het voordeel van de dimotiki.
Prof. Dr. De Boel behaalde zijn kandidaatsdiploma klassieke filologie en wijsbegeerte aan UFSIA, en licentie en doctoraat klassieke filologie aan RUG. Hij studeerde ook Nieuwgrieks aan de Universiteit van Athene. Gewoon hoogleraar in de Griekse taal- en letterkunde, en de Vergelijkende Indo-Europese taalkunde, UGent, tot emeritaat in 2020. Onderzoek op het gebied van de Oudgriekse taalkunde en de Byzantijnse en Nieuwgriekse letterkunde.
16.30 - 18.00 uur
Receptie in het Griekse Huis (Vlasmarkt 28, 2000 Antwerpen), aangeboden door de Griekse ambassade.
Mevrouw Sofia Grammata, Griekse ambassadrice, zal de receptie openen met een korte toespraak.
Praktisch
Cursuscode:
23/LAT/999We verwelkomen je graag vanaf 09.00 uur.
(Digitaal) cursusmateriaal, lunch en receptie inbegrepen.
Tussen de lezingen is er telkens een korte pauze voorzien.
Ben je een student lerarenopleiding of een doctoraatsstudent? Dan kan je deelnemen aan slechts 32 euro. Vermeld dat je student bent in het veld voor opmerkingen bij inschrijving en wij zorgen voor de aangepaste prijs!
Jouw bijdrage: 132 EUR.
Inlichtingen bij: Karolien Geukens, 03 265 90 60, karolien.geukens@uantwerpen.be
Datum |
Beginuur |
Einduur |
Locatie |
dinsdag 4 juni 2024 |
09:30u |
16:05u |
Universiteit Antwerpen, Boogkeers 5 (aan het Mechelseplein), 2000 Antwerpen, lokaal 003 (gelijkvloers) |
Inschrijven voor deze nascholing is niet meer mogelijk. Klik hier voor het huidige nascholingsaanbod.